De ontvangstmodus instellen
Stel de ontvangstbewerking (ontvangstmodus) in.
Meer informatie over het instellen van de ontvangstmodus:
De ontvangstmodus instellen
U kunt de juiste modus selecteren.
Meer informatie over de te selecteren ontvangstmodus:
Informatie over de ontvangstmodus
Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus:
Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus
Opmerking
• De bedieningsprocedure voor ontvangst verschilt, afhankelijk van de geselecteerde ontvangstmodus.
Meer informatie over de ontvangstmethoden voor de verschillende ontvangstmodi:
Faxen ontvangen
• Als u één telefoonlijn wilt gebruiken voor faxen en spraakoproepen, moet u een telefoon of
antwoordapparaat aansluiten op de aansluiting voor extern apparaat van deze printer.
Voor meer informatie over het aansluiten van de telefoon of het antwoordapparaat op de printer:
Basisverbinding
De ontvangstmodus instellen
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het selecteren van de ontvangstmodus.
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2. Selecteer
Het bedieningspaneel gebruiken
3. Selecteer Functielijst (Function list).
Het scherm Functielijst (Function list) wordt weergegeven.
4. Selecteer Instellingen ontvangstmodus (Receive mode settings).
5. Selecteer een ontvangstmodus en selecteer daarna OK.
Opmerking
• U kunt voor elke ontvangstmodus geavanceerde instellingen opgeven door Geavanceerd
(Advanced) te selecteren.
Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus:
FAX op het HOME-scherm.
388