Installatiestappen (INSTALLATEUR)
1 Gebruik het installatiesjabloon op de
doos om de montagepunten van het
toestel te markeren en voor de bevesti-
ging van de beugels.
4 Mogelijke positie aan het plafond.
Leid het netsnoer op de juiste wijze over
het toestel. Als het netsnoer klem zit, is
de helling van het toestel niet juist.
7 Sluit alle toebehoren aan. Volg daarbij
de instructies van de bijbehorende
handleidingen.
10 Installatie van de condensafvoer:
Schuif de adapter en de PVC mof over
■
de condensafvoer.
Controleer alle aansluitingen.
■
Plaats de afvoerpijp.
■
Plaats de afsluitdop aan de andere kant
■
van het toestel.
Gebruik altijd een 32 mm PVC mof met
rubber ringen.
4 - NL
2 Verwijder eerst alle draaibare
bochten om te voorkomen dat het
toestel valt.
Gebruikers
Filterzijde
interface
5 Controle van de helling.
8 Plaats alle draaibare bochten terug.
11 Monteer de condensafvoerpijp
altijd met een droogsifon onder een
hoek van 2%.
Gebruik alleen een droogsifon.
Plaats de afvoerpijp onder een hoek
van >2% om lekkage te voorkomen.
3 Bepaal de richting van de lucht.
6 Controleer of de onderkant van het
toestel waterpas is.
Als dit niet zo is, kan water lekkage
optreden.
9 Sluit alle luchtkanalen aan.
12 Als de condensafvoerpijp moet
worden ondersteund zodat hij
stevig hangt, kunt u de pijp met tie
wraps bevestigen aan de voorge-
stanste openingen aan de voorzijde
van het toestel.