Bedieningshandleiding
Bediensleutel en paniekontgrendeling
Stap 3
• Deksel van de bedieneenheid afschroeven
Stap 4
Schaarblokjes (inbegrepen in de levering bedieneenheid AZ/AZM)
plaatsen zoals getoond.
Let op het volgende:
• Oriëntatie (groef) van de schaarblokjes in acht nemen
Stap 5
• Bedieneenheid met behulp van afstandsstuk F (7,5 mm) aan de
deurstijl monteren
Let op het volgende:
• Bedieneenheid volledig uitgetrokken
• Afstand tussen veiligheidsvergrendeling en bedieneenheid
= 7,5 +0,5/-2,5 mm
• Behuizing van de bediensleutel met 4 schroeven (DIN 912-M6) op
een effen oppervlak bevestigen
• Aandraaimoment MA = 8 Nm
• Wanddikte van het toestel 8 mm (zie stap 11)
• Onderlegschijfjes DIN 125-6,4 (inbegrepen in de levering)
• bij sterk vibrerende toepassingen moet u ervoor zorgen dat de
schroeven correct vastgedraaid zijn
F
Stap 6
• Deksel op de bedieneenheid monteren
Let op het volgende:
• Bedieneenheid volledig uitgetrokken
Stap 7
• Deurgreep monteren
Let op het volgende:
• Deurgreep P1 horizontaal monteren
• D = voor deuren met aanslag links
• E = voor deuren met aanslag rechts
• Zeskantschroef SW 3 met schroefborging (inbegrepen in de levering)
• Bij montage zonder paniekontgrendeling, verder gaan met stap 16
Stap 8
Indien een paniekontgrendeling aanwezig is, vierkantebuis H op lengte
zagen. Afgezaagde kant ontbramen.
Let op het volgende:
• Max.dikte van het deurblad S = 170 mm
• Lengte van de afgezaagde vierkante buis H
P1:
L = S + 22-2 mm
P20:
L = S + 28 mm
P25:
L = S + 24 mm
• Draadgat voor vierkante buis H Ø 16 mm
H
• Bij montage met
paniekontgrendeling P20 verder gaan vanaf stap 14
paniekontgrendeling P25 verder gaan vanaf stap 16
NL
AZ/AZM 200-B40
AZ/AZM 201-B40
D
E
5