Bedieningshandleiding
Bediensleutel en paniekontgrendeling
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelgegevens
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
AZ/AZM 200-B40-
TA
➀
➁➂
AZ/AZM201-B40-
TA
➀
➁➂
Nr.
Optie
Beschrijving
L
Deur met aanslag links
➀
R
Deur met rechts zichtbare scharnieren
G1
met deurgreep
➁
G2
met draaiknop
P1
met Paniekontgrendeling
➂
P20
met Paniekontgrendeling Metaal
P25
met paniekontgrendeling verzonken handgreep
De bediensleutel AZ/AZM 200-B40... is uitsluitend
voorzien om gecombineerd te worden met het basistoestel
van de serie AZ/AZM 200.
De bediensleutel AZ/AZM201-B40 is uitsluitend voorzien
om gecombineerd te worden met het basistoestel van de
serie AZ/AZM201.
Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in
deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en
dus de conformiteit met de Machinerichtlijn van het volledige
systeem behouden.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
In combinatie met de veiligheidsvergrendeling of veiligheidsschakelaar
is de bedieneenheid geschikt voor draaibare en verplaatsbare
beschermvoorzieningen, in het bijzonder voor deuren met aanslag met
overlappende vouw. De beschermvoorziening kan langs buiiten door
draaien van de deurgreep geopend en gesloten worden.
De bediensleutel wordt door een veer in de bedieneenheid
teruggetrokken. De bedieneenheid met paniekontgrendeling dient om
de beschermvoorziening vanuit de gevarenzone te openen.
Door het bedienen van de paniekontgrendeling kan de
beschermvoorziening vanuit de gevarenzone geopend worden zonder
bijkomende ontgrendeling van de veiligheidsvergrendeling.
De beschermvoorziening kan niet van binnen uit vergrendeld worden.
Speling van de
bedieneenheid
X = ± 1,5 mm
Y = ± 5,0 mm
Z = ± 1,0 mm
2
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
De montage mag uitsluitend door gemachtigd vakpersoneel
uitgevoerd worden.
Toegelaten opstellingen
De bediensleutel AZ/AZM 200-B40 of AZ/AZM201-B40 moet met
4 schroeven op een effen oppervlak worden gemonteerd.
Niet-toegelaten opstellingen
3.2 Weergave van de varianten voor inbouw
Met
paniekontgrendeling
Zonder
paniekontgrendeling
De minimumradius van de deur bedraagt 400 mm.
Veronderstellingen:
- 40 mm profiel
- Afstand tussen veiligheidsvergrendeling
en bedieneenheid 7,5 mm
- Gebruik van een standaardscharnier voor 40 mm profielen
NL
AZ/AZM 200-B40
AZ/AZM 201-B40
Deur met aanslag
rechts
AZM
Deur met aanslag
links
Deur met aanslag
rechts
AZM
Deur met aanslag
links
AZM
AZM