S One
1.4.2
Bekabelde Ethernet verbinding
AANDACHT: De Ethernet-kabel moet een afgeschermde CAT6 Ethernet-kabel zijn.
Bij het aansluiten van een snijplotter op Ethernet moeten een aantal parameters worden ingesteld. U
kunt het beste de netwerkbeheerder vragen of er een statisch adres nodig is of dat er een DHCP-server
wordt gebruikt. Als een statisch adres wordt gebruikt, vraag dan naar het adres en het subnetmasker.
1.4.2.1
Gebruik van een statisch adres:
Het statische adres dat u heeft ontvangen, wordt in de software gebruikt om de snijplotter aan te sturen.
Het moet ook in de snijplotter zelf worden geplaatst.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen en statisch IP adres te gebruiken.
1.
Sluit de ethernetkabel aan en zet de snijplotter aan (zie hoofdstuk 1.3).
2.
Druk het
symbool.
FlexCut
Tool
Actions
Settings
Calibrations
Configuration
3.
Scroll naar beneden met de
pijl en druk op Configuratie.
DHCP
On
6.
Druk op Uit.
Inleiding
Configuration
Ethernet
Wi-Fi
USB Port
Language
Menu units
OPOS Parameters
4.
Druk op Ethernet.
DHCP
On
7.
Druk
ter bevestiging.
Gebruikershandleiding
Ethernet
DHCP
Ipv4 address
Subnet
5.
Druk op DHCP.
Ethernet
DHCP
Ipv4 address
Subnet
8.
Druk het IPv4 adres.
1-11