LAX 600 serie
D
5 m
≥
C
B
5 m
5 m
≥
≥
10 m
A
nl
E
A
12
8.3 Hoekcontrole
Controle van de 90°-hoek
1. In een hoek van de ruimte die groot genoeg
is, wordt op een afstand van 10 m de marke-
ring A op de vloer afgetekend.
2. De LAX 600/LAX 600 G wordt met het
loodpunt op de markering A uitgelijnd.
3. De LAX 600/LAX 600 G wordt met een
laserlijn op de ene muur uitgelijnd.
4. Op halve afstand wordt de markering B
op de vloer nauwkeurig afgetekend.
5. Op de muur of op de vloer wordt het punt C
nauwkeurig afgetekend.
6. De LAX 600/LAX 600 G wordt verplaatst en
met het loodpunt op de markering B uitge-
lijnd.
7. De LAX 600/LAX 600 G wordt met de laser-
lijn opnieuw op de markering C uitgelijnd.
8. Met de 90°-laserlijn wordt de markering D
nauwkeurig afgetekend op de andere muur
of op de vloer.
Aanwijzing:
Om de nauwkeurigheid te garanderen, moet de
afstand van A naar B, B naar C en B naar D gelijk
zijn.
9. De LAX 600/LAX 600 G wordt 90° gedraaid en
de 1e laserlijn op de markering D uitgelijnd.
10. Zo dicht mogelijk bij de markering A wordt
de positie E van de rechthoekige 2e laserlijn
afgetekend.
11. De afstand van de markeringen A - E wordt
gemeten.
Lengte ruimte of
Maximaal toegestane afstand
afstand tussen de
tussen de punten A en E
punten A en C
10 m
3,0 mm
20 m
6,0 mm