LAX 600 serie
1
1
2
2
1
3
3
2
4
S = 5 m
5 m
Maximaal toegestaan verschil
≤ 3 mm
nl
8.2 Horizontale controle
Controle van het lijnniveau van de horizontale laserlijn
Houd u zo nauwkeurig mogelijk aan de afgebeelde uitlijning
van het apparaat.
1. De LAX 600/LAX 600 G wordt op een afstand S van
ON
OFF
2. Schakel het laserapparaat in en wacht tot het apparaat
3. Markeer het zichtbare midden van de laserlijn op de
4. Draai het complete laserapparaat 90° zonder de hoogte
5. Markeer het midden van de laserlijnop de muur (punt 2).
6. Herhaal de stappen 4 en 5 twee keer om de punten 3
7. Als de 4 controlepunten zich bij een afstand van 10 m
Afstand S tot de muur Maximaal toegestane afstand:
11
minimaal 5 m voor een muur of horizontaal vlak gezet
of op een statief gemonteerd, met het bedieningspaneel
in de richting van de muur.
automatisch is genivelleerd.
muur – meting 1 (punt 1). Er kan ook worden gewerkt
met een receiver.
van de laser te veranderen (d.w.z. het statief mag niet
worden versteld). Laat het apparaat weer een auto-
matische zelfnivellering uitvoeren.
en 4 te verkrijgen.
op minder dan 6 mm van elkaar bevinden, is de toege-
stane tolerantie van het laserapparaat van ± 0,1 mm/m
in acht genomen. Daarbij staan de punten 1 en 3 voor
de X-as van het apparaat en de punten 2 en 4 voor de
Y-as van het apparaat.
5 m
3,0 mm
10 m
6,0 mm
15 m
9,0 mm