Glassensor
Als de adapterring in de inbouwdoos moet worden vastgeschroefd, moeten de
klemveerhouders (afbeelding 7, 15) uit de inbouwdoos worden verwijderd.
De schroefgaten van de inbouwdoos komen dan vrij te liggen.
Lijn de adapterring (afbeelding 7, 14) uit en schroef deze vast op de inbouwdoos. De
markering TOP aan de binnenzijde van de adapterring moet zich aan de bovenkant
bevinden. Wordt de adapterring op de wand vastgeschroefd, dan moet de meegeleverde
schroeven- en pluggenset worden gebruikt.
De adapterring is op de inbouwplaats bevestigd.
Sluit de glassensor met de meegeleverde lintkabel aan op de gebruikte adapter. Daarvoer
moet u de stekkers in de daarvoor bestemde stekkerplaatsen van de glassensor
(afbeelding 2, 4) en van de adapter steken.
De elektrische verbinding met de adapter is nu aanwezig.
Plaats de adapter, verbindingskabels en eventueel systeeminterfaces in de inbouwdoos.
Plaats de glassensor op de adapterring totdat deze vastklikt.
Het vastklikken op de adapterring is slechts een voorlopige bevestiging. Voor het gebruik
moet de glassensor met behulp van de demontagebescherming extra worden bevestigd.
Draai de schroef (afbeelding 7, 16) onder aan de adapterring aan. Gebruik daarvoor een
kruiskopschroevendraaier type Pozi-Drive, maat 0.
De extra demontagebescherming is gemonteerd.
Glassensor aansluiten en op enkelvoudig verzonken contactdoos monteren
De benodigde adapter is op een voedingsspanning en op een interface aangesloten. De
verzonken contactdoos is op de inbouwplaats gemonteerd.
Schroef de borgpennen (afbeelding 6, 11) uit de bussen aan de achterkant van de
glassensor.
Op de kopse kant van de borgpennen bevindt zich de houder voor een inbussleutel, maat
1,5 mm.
97-09440-000
(14)
(15)
(16)
Afbeelding 7
Page 7/10
03/2014