Inhoudsopgave
Advertenties
2
Typische scenario's voor kabelaansluiting
2.1
Smart Array Controller-scenario
OPMERKING
In dit document wordt het toepassingsscenario beschreven waarin de SmartLogger zich in de
smart array controller SmartACU2000B-D-2PID/2PLC. bevindt.
De tabellen onder afbeeldingen vermelden alleen de onderdelen die door de klant moeten
worden geconfigureerd in het betreffende scenario.
1. Maak zelf de enkelfasige AC-voedingskabel klaar voor de smart array controller. Aanbevolen:
een tweeaderige koperen kabel voor buitengebruik met een werkspanning naar de massa
groter dan of gelijk aan 300 V en een doorsnede van 4 mm
2. Maak zelf de voedingskabel klaar van de miniatuur stroomonderbreker (MCB) naar de
voedingsbron van de stationservice. Aanbevolen: een tweeaderige koperen kabel voor
buitengebruik met een werkspanning naar de massa groter dan of gelijk aan 300 V en een
doorsnede van 4 mm
3. Maak zelf de driefasige AC-voedingskabel klaar voor de smart array controller. Aanbevolen:
een vieraderige (L1, L2, L3, en functionele aarding) koperen kabel voor buitengebruik met een
doorsnede van 10 mm
lagespanningszijde van de box-type transformator kleiner of gelijk is aan 500 V, moet de
voedingsspanning tussen de driefasige AC-voedingskabel en massa groter of gelijk zijn aan
600 V. Wanneer de nominale wisselspanning op de lagespanningszijde van de box-type
transformator groter dan 500 V is en kleiner of gelijk aan 800 V is, dan moet de
voedingsspanning tussen de driefasige AC-voedingskabel en massa groter of gelijk zijn aan
1000 V.
4. Maak zelf de stroomkabel klaar van de busbar naar de driefasige stroomschakelaar.
Aanbevolen: een vieraderige (L1, L2, L3, en functionele aarding) koperen kabel voor
buitengebruik met een doorsnede van 10 mm
wisselspanning op de lagespanningszijde van de box-type transformator kleiner of gelijk is aan
500 V, moet de voedingsspanning naar massa groter of gelijk zijn aan 600 V. Wanneer de
nominale wisselspanning op de lagespanningszijde van de box-type transformator groter dan
500 V is en kleiner of gelijk aan 800 V is, dan moet de voedingsspanning naar massa groter of
gelijk zijn aan 1000 V.
2
voor elke kerndraad
2
voor elke kerndraad. Wanneer de nominale wisselspanning op de
2
voor elke kerndraad
2
voor elke kerndraad. Wanneer de nominale
4
Advertenties
Inhoudsopgave
