5. Volg uw vordering op de display.
De display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u hebt verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Het geschatte
aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KM (afstand) – De afstand die u in mijlen
of kilometers heeft gelopen of gerend. Druk op de
toets ST/M (standaard/metrisch) om de meeteen-
heid te wijzigen.
Pace (tempo) – Uw snelheid in minuten per mijl of
minuten per kilometer.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
bladzijde 23).
MPH of KPH (snelheid) – Uw snelheid in mijlen of
kilometers per uur.
Time (tijd) – De verstreken tijd.
Druk herhaalde-
lijk op de toets
Display (G) om de
gewenste trainings-
informatie op de
display te zien.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft ook een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Om de scanmo-
dus aan te zetten, drukt u op de toets Scan (H);
de scan-indicator (I) zal op het display aangaan.
I
H
G
J
18
Om de scancyclus handmatig verder te laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Om de scanmodus uit te zetten, drukt u op de
toets Display; de scan-indicator en het woord
SCAN gaan dan uit.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste trainingsinformatie in een herhalende
cyclus te zien.
Om de scanmodus aan te passen, drukt u eerst
herhaaldelijk op de toets Display tot de trainingsin-
formatie die u wilt toevoegen of verwijderen uit de
scancyclus in de display verschijnt.
Druk vervolgens op de toets +/- (J) om die
trainingsinformatie toe te voegen aan, of te
verwijderen uit de scancyclus. Wanneer trainings-
informatie wordt toegevoegd, zal de indicator
ervan aan gaan in de display. Wanneer trainings-
informatie wordt verwijderd, zal de indicator
uitgaan.
Druk vervolgens op de toets Scan om de scanmo-
dus aan te zetten.
Om de display te resetten drukt u twee keer op de
toets Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de
sleutel er weer in.
6. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met trainen.
Ga op de voetleuningen staan, druk op de toets
Stop en stel de helling van de loopband in op
nul. De helling van de loopband moet op nul
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd raken. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk dan de stroomschakelaar op de positie Off
(uit) en trek het stroomsnoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.