Als er regelmatig ongewenste/valse alarmen zijn, kan het noodzakelijk zijn om de
rookmelder uit de buurt van de bron van de dampen weg te halen.
Als u rookmelders met RadioLINK-modules hebt geïnstalleerd en geen huiscode
hebt ingevoerd, kunt u alarmsignalen van nabijgelegen systemen ontvangen.
Dit kan eenvoudig worden ondervangen door uw melders te voorzien van een
'huiscode' – zie het RadioLINK-moduleboekje.
Om een vals alarm van een rookmelder uit te schakelen (waarbij het rode lampje
snel knippert), drukt u op de test-/stilteknop.
De rookmelders zullen zo voor een periode van ongeveer 10 minuten tot zwijgen
worden gebracht.
Het rode lampje op de behuizing van de rookmelder zal iedere 8 seconden
knipperen om aan te geven dat het alarm stilgezet is.
De melder zal aan het einde van de 10 minuten 'stille' periode worden gereset.
Als het keukengebruik of de opstelling van de keuken zodanig is dat er een
onacceptabel niveau van ongewenste alarmen is, verplaats de rookmelder dan
verder weg naar een plek waar hij minder beïnvloed wordt door dampen van het
koken, etc. We adviseren het gebruik van een hitte-alarm in de keuken om dit soort
ongewenste alarmen te voorkomen.
4.3 Controle stroomvoorziening
4.3.1 Wat te doen als een melder piept of knippert:
a) Als een rookmelder ongeveer iedere 32 seconden piept en tegelijkertijd het rode
lampje knippert:
- Dit geeft aan dat de batterij gedeeltelijk leeg is en dat de rookmelder vervangen
moet worden.
(controleer de "te vervangen"-datum aan de binnenkant van het alarm).
17