•
Plaats de melder niet in erg stoffige of vervuilde ruimtes. Stof kan zich ophopen
in de kamer binnenin de rookmelder waardoor de melder gevoelig wordt en in
alarm kan gaan. Verder kan vuil of stof het beschermgaas van de melder
blokkeren waardoor de rook niet de rookkamer van de melder kan bereiken en
alarmering (te lang) kan uitblijven.
•
Plaats de melder niet op plaatsen waar veel insecten voorkomen. Kleine
insecten kunnen in de kamer van de rook- en/of hittemelder binnendringen
waardoor de werking van de rook- en/of hittemelder ontregeld wordt.
Installatieprocedure
Voor RF installaties heeft u ook de Ei600MRF
gebruiksaanwijzing nodig.
1. Selecteer een locatie die voldoet aan het
advies in sectie 2.
2. Plaats de bevestigingsplaat op het plafond,
precies daar waar u de melder wilt bevestigen.
3. Als u rookmelders wilt verbinden met een draad
(Zie tabel 1), trek dan passende tweeaderige
kabel naar de gemarkeerde locaties van ieder
alarm. Leg de verbindingen met de melder aan
(zie sectie 4).
4. Boor gaten met een 5,0 mm boor en houd daarbij
rekening met elektrische bedrading in het plafond,
door het midden van de gemarkeerde locaties.
3. Installatie
13
Draai de melder met de klok mee om
deze op de sokkel te bevestigen
Draai de melder tegen de klok in om
deze van de sokkel te verwijderen
Figuur 5