Voorzorgsmaatregelen
Loodrechte montage
JA
JA
JA
JA
Evenwijdig
Evenwijdig
Evenwijdig
Evenwijdig
Evenwijdig
Evenwijdig
Evenwijdig
NEE!
Evenwijdig
JA
Evenwijdig
Monteer de detector loodrecht ten opzichte van
de grond, zodat de bovenste detectiezone
evenwijdig loopt met de grond.
Evenwijdig
Evenwijdig
Montagehoogte
0,8<h<1,2m
0,8<h<1,2m
0,8<h<1,2m
0,8<h<1,2m
De montagehoogte moet liggen
tussen 0,8 m. en 1,2 m.
0,8<h<1,2m
0,8<h<1,2m
JA
JA
JA
Afstellen van de detectiezone
JA
JA
Monteer de detector zodanig dat bewegende
voorwerpen of personen de bestreken
detectiezone doorkruisen.
NEE!
NEE!
NEE!
De detector is beveiligd tegen lichtstoringen.
Te sterk licht kan de detector echter onstabiel maken.
Vermijd daarom dat de detector wordt verblind door
direct invallend of teruggekaatst zonlicht.
NEE!
NEE!
JA
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
Evenwijdig
NEE!
JA
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
Evenwijdig
Evenwijdig
NEE!
NEE!
NEE!
>11cm
>11cm
>11cm
>11cm
>11cm
>11cm
Laat minstens 11 cm vrij boven de
montagesteun om de beschermkap open
en dicht te kunnen maken.
0,8<h<1,2m
JA
NEE!
NEE!
NEE!
JA
NEE!
NEE!
Richt de detector niet naar bewegende voorwerpen (takken, struiken, vlaggen enz.).
Als onstabiele voorwerpen niet te vermijden zijn, moet u het gedeelte
Probleemoplossing aan het einde van deze handleiding raadplegen.
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
Als de detector schuin staat ten opzichte
van de grond, kan dat de bedrijfszekerheid
verminderen.
NEE!
NEE!
NEE!
>11cm
NEE!
NEE!
De detectiemethode is richtingsafhankelijk.
De detector kan moeilijk reageren op een
rechtstreeks naderend doel.
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
NEE!
- 7 -