12.2
Apparaat in/uitschakelen
Schakel het apparaat in/uit via de
❯
hoofdschakelaar van de praktijk.
Het compressoraggregaat start automatisch en
de druktank wordt gevuld. Bij het bereiken van
de uitschakeldruk schakelt het
compressoraggregaat automatisch uit.
12.3
Normaal bedrijf
Het apparaat bevindt zich in het normale bedrijf
zodra de netstekker in het stopcontact wordt
gestopt. De compressor draait totdat de
uitschakeldruk is bereikt. De leds branden in het
drukbereik-display.
12.4
Stand-bybedrijf
In het stand-bybedrijf kan
– het apparaat buiten bedrijf worden gesteld
zonder het van de netvoeding te scheiden.
– naar het instelbedrijf worden overgeschakeld.
Wisselen tussen normaal en stand-bybedrijf:
❯
Stand-bytoets
minimaal 2 seconden
bedienen.
De led brandt.
Als u de stand-bytoets opnieuw aanraakt,
❯
wordt overgeschakeld naar normaal bedrijf.
9000-610-72/30 1907V007
12.5
Nevenbedrijf
Worden twee compressoren in een
persluchtnetwerk gebruikt, dan moeten de beide
sturingen als hoofdsturing en bijkomende sturing
worden geconfigureerd.
Bij de als "bijkomende sturing" geconfigureerde
sturing is de bediening gedeactiveerd, de stand-
bytoets knippert.
12.6
Instelbedrijf
In het instelbedrijf kan het volgende worden
uitgevoerd:
– Drukbereik instellen (zie "10.1 In/
uitschakeldruk instellen").
– Filterwissel bevestigen (zie "13.2 Filter
vervangen").
– Het noodbedrijf. deactiveren (zie "12.8
Noodbedrijf").
Raak in het stand-bybedrijf ook de toets
❯
servicetoets
aan om het instelbedrijf te
bereiken.
12.7
Storing
De sturing bewaakt de apparaatfuncties en meldt
fouten op basis van hun ernstgraad. Er kunnen
storingen, waarschuwingen of aanwijzingen
worden weergegeven. Storingen worden door
aggregaatfouten of sensordefecten geactiveerd.
Het apparaat wordt uitgeschakeld en de led van
de storingstoets knippert of brandt.
Storingstoets, oranje led knippert
Het normale bedrijf of het noodbedrijf kan
worden geactiveerd, zie "12.8 Noodbedrijf").
Storingstoets, oranje led brandt
Naast storingen worden ook waarschuwingen en
aanwijzingen door de brandende led van de
storingstoets aangegeven.
Het apparaat werkt verder in normaal bedrijf.
De gebruiker wordt op die manier geïnformeerd
over het noodbedrijf, de vochtigheid, een lekkage
of oververhitting.
Waarschuwingsmeldingen en aanwijzingen
worden automatisch gedeactiveerd na het
verhelpen van de fout, behalve in noodbedrijf.
Gebruik
NL
29