Tekstdisplay
Steilheid:
De Steilheid wordt vastgelegd door het voetpunt en het eindpunt:
• Voetpunt: Er kunnen waarden tussen 10 °C en 85 °C worden
ingesteld. Waarde bij voetpunt niet hoger dan het eindpunt.
• Eindpunt: Er kunnen waarden tussen 10 °C en 85 °C worden
ingesteld. Waarde bij eindpunt niet hoger dan het voetpunt.
B In hoofdmenu Instellingen 1.submenu Verwarming, 2.sub-
menu Verwarmingscurve , 3.submenu Steilheid kiezen.
B Toets met
B
eindpunt kiezen.
B Toets met
Wanneer het eindpunt gewijzigd is, is deze onafhankelijk van de
temperatuurregelaar voor verwarmingsaanvoer
Wanneer de verwarmingscurve weer door de temperatuurrege-
laar voor verwarmingaanvoer
B Eindpunt kiezen.
C
B Toets
De maximale aanvoertemperatuur wordt begrenst
i
door de temperatuurregelaar van de verwarmings-
aanvoer
Parallelverschuiving:
Wanneer de aanvoertemperatuur (en daarmee ook de ruimtetem-
peratuur) bij alle buitentemperaturen met dezelfde waarde moet
worden veranderd, moet de verwarmingscurve parallel worden
verschoven.
De parallelverschuiving van de verwarmingscurve kan voor elke
bedrijfstoestand verwarmen (Verschuiving verwarmen) of
spaarstand (Verschuiving spaarstand= Nachtelijke verla-
ging) apart worden ingesteld.
36
of
of
indrukken.
en kan niet worden overschreden.
de temperatuur voor het voetpunt in.
de temperatuur voor het eindpunt in.
moet worden overgenomen:
vastgelegd.
6 720 611 394 NL (04.03)