MULTICAL® 603
3.2 Montage van ULTRAFLOW® ≤ DN125
Het volumedeel kan horizontaal, verticaal of onder een hoek worden gemonteerd.
De kunststof behuizing van het volumedeel dient zijwaarts gericht te zijn (bij montage in horizontale positie).
Het volumedeel mag, indien noodzakelijk*, tot ± 45° ten opzichte van de harlijn van de leiding worden
*
Volumedelen van het type 65-5-XXHX-XXX in de maten q
verdraaid.
Opmerking: In installaties waar de mediumtemperatuur beneden de omgevingstemperatuur
ligt moet een speciale condensatiebestendige ULTRAFLOW® worden toegepast.
De ULTRAFLOW® mag niet worden gemonteerd in een positie waarbij de kunststof
behuizing naar beneden verdraaid is. Het wordt aanbevolen het volumedeel zo te
monteren dat de kunststof behuizing 45° omhoog verdraaid is.
3.3 Montage van ULTRAFLOW® 54 ≥ DN150
Zie Installatie- en gebruikershandleiding nr. 5512-887
8
Max. 45°
90°
90°
90°
90°
Max. 45°
verdraaid.
0,6 - 2,5 m
p
Kamstrup A/S • 55122089_A2_NL_11.2017
/uur mogen niet naar boven worden
3