4.9.7
De CCR-modus inschakelen
Wanneer de CCR-modus is geactiveerd,
worden de gassen die in een open systeem
gewisseld kunnen worden (Gas1 en Gas2)
omgezet naar ppO
Het instelpunt bij het begin van de duik (SP1)
kan worden ingesteld op een ppO
en 0,95 bar. Het instelpunt voor de bodem
(SP2) is instelbaar op een ppO
en 1,4 bar. Hierop wordt overgeschakeld
tijdens de afdaling of zodra de bodemdiepte
is bereikt.
De diepte waarop van instelpunt wordt
gewisseld, wordt gemeld door de duikcomputer,
zoals dit in een open circuit ook gebeurt met
gaswissels (predictieve gaswissel).
De instelpunten worden bepaald op basis van
het equivalente zuurstofpercentage in een open
systeem. Het SP1 verandert wanneer tijdens het
afdalen het equivalente zuurstofpercentage van
het gas op diepte 21% is.
Bij een SP1 van 0,5 bar zou dit in zout water
op ongeveer 13,8 meter zijn.
Tijd
Bodemgas
Duiken met twee gasmengsels
Tijd
SP1
Wisseldiepte tussen SP1/SP2
SP2
Duiken met CCR
48
-instelpunten (SP1, SP2).
2
tussen 0,3
2
tussen 1,0
2
Decogas
SP1
SP2
4.10 Duiken op hoogte
4.10.1
Hoogteklassen,
hoogtewaarschuwing en
vliegverbod na een duik.
Wanneer u zich naar hoger gelegen gebied
begeeft, is dat min of meer te vergelijken
met het begin van een opstijging tijdens een
duik: u stelt uw lichaam bloot aan een lagere
partiële stikstofdruk en geeft stikstof af. Na
een duik is de hoeveelheid stikstof in uw
lichaam hoger en als u zich op een anders
zelfs verwaarloosbare hoogte begeeft, kan
dit al voldoende aanleiding zijn voor een
decompressie-aandoening. Daarom houdt de
M2 de omgevingsdruk constant in de gaten en
evalueert de computer aan de hand daarvan
de hoeveelheid stikstof in uw lichaam en de
afgifte ervan. Als de M2 een daling van de
omgevingsdruk registreert die niet samengaat
met de huidige hoeveelheid stikstof in
uw lichaam, wordt er een waarschuwing
geactiveerd. U wordt zo gewezen op een
mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien er sprake is van reststikstoftijd op de
M2, kunt u de huidige status in het duikmenu
bekijken.
In de middelste rij wordt de resterende
reststikstoftijd weergegeven.
Het symbool van het duikverbod en de teller
worden in de onderste rij weergegeven. Zo ziet
u wanneer u niet mag duiken vanwege mogelijke
microbellen, een hoge partiële zuurstofdruk of
een te hoog stikstofgehalte in uw lichaam.
Wanneer u op SEL drukt, ziet u op de volgende
pagina het symbool van het vliegverbod met in
de onderste rij de teller totdat de beperking is
opgeheven.
Het interval sinds de laatste duik wordt in de
middelste rij weergegeven met de tekst INT.
Acceptabele hoogtes staan op de eerste pagina
van het plannermenu. De verboden hoogte (dat
wil zeggen de hoogte die volgens berekening
van de M2 niet samengaat met uw huidige
stikstofverzadiging van de weefsels), is de hoogte
boven de tweede hoogte in het display. In het
Hoogte en het decompressie-
hoofdstuk
algoritme
leest u hier meer over.
De huidige hoogte en hoogteklasse staan in
het hoogtemetermenu: ALTI.
F
OPMERKING: De symbolen van het
duikverbod, het vliegverbod en de
hoogtebeperking worden indien van
toepassing ook weergegeven in het
display met de tijd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING M2