6
Montage en ingebruikname
6.1
Controle-eenheid monteren
12
Controle-eenheid en sonde niet in explosiegevaarlijke omgeving
monteren.
De controle-eenheid aan een vlakke, vaste en droge muur op
ooghoogte monteren.
De controle-eenheid moet altijd bereikbaar en afleesbaar zijn.
De controle-eenheid mag niet in aanraking komen met water of
waterspatten.
De controle-eenheid niet in vochtige ruimtes monteren.
De toegelaten omgevingstemperatuur aan de controle-eenheid
mag niet worden overschreden, zie tabel Tabel 2: Technische
gegevens controle-eenheid, pagina 10
De controle-eenheid bij montage in openlucht beschermen
tegen directe weersinvloeden.
1.
Controle-eenheid openen.
Minimelder, Minimelder-R, Maximelder-R