Frequentie-omvormers (wisselstroomaandrijving) PowerFlex 400 Snelstart Nederlands-13
De aandrijving klaarmaken om op te starten
LET OP: De aandrijving moet op de stroom aangesloten zijn om de volgende
opstartprocedures uit te voeren. Op sommige punten zal er inkomende netspanning
!
staan. Om elektrische schokken en schade aan de apparatuur te vermijden, mag
alleen bevoegd service-personeel de volgende procedure uitvoeren. U moet de
procedure grondig doorlezen en begrijpen voordat u begint. Indien er niets op gang
komt gedurende het uitvoeren van deze procedure, mag u niet verder
gaan.Verbreek alle verbindingen met de stroom, ook de spanningen die de
gebruiker geleverd heeft.Spanningen geleverd door de gebruiker kunnen aanwezig
zijn, zelfs wanneer de aandrijving niet aan de wisselstroom van het net verbonden
is. Verhelp de fout vooraleer verder te gaan.
Alvorens de aandrijving op de stroom aan te sluiten
1. Verzeker u ervan dat alle ingangen aan de juiste aansluitklemmen
verbonden zijn, en dat ze goed vast zitten.
2. Verifieer dat de wisselstroom netspanning aan de stroomonderbreker
binnen het aangegeven bereik van de aandrijving ligt.
3. Verifieer dat alle spanningen voor digitale sturing 24 Volt zijn.
4. Verifieer dat de stand van de DIP-schakelaar voor de instelling
Afvoer (SNK)/Bron (SRC) overeenstemt met uw bedradingsschema
voor de besturing.
Belangrijk: Het standaardbesturingsschema is Bron (SRC).De
5. Zorg ervoor dat de Stop-ingang aanwezig is, anders start de
aandrijving niet.
Belangrijk: Indien I/O-aansluitklem 01 als stop-ingang gebruikt wordt,
6. Verifieer dat de DIP-schakelaars voor Analoge I/O op 10 Volt
ingesteld zijn.
De aandrijving op de stroom aansluiten
7. Sluit de aandrijving op de netvoeding en op de regelspanningen aan.
8. Maak u vertrouwd met de eigenschappen van het ingebouwde
toetsenbord, voordat u de parameters van de programmeergroep
instelt.
Starten, stoppen, richting en toerental regelen
De fabrieksinstellingen van de parameters maken het mogelijk de
aandrijving vanaf het ingebouwde toetsenbord te besturen.Er is geen
programmering nodig om het starten, het stoppen en de toerentalregeling
rechtstreeks vanaf het ingebouwde toetsenbord uit te voeren.
Stop-aansluitklem heeft een brugdraad (tussen
I/O-aansluitklemmen 01 en 11) zodat men van het
toetsenbord kan starten.Indien men het besturingsschema
verandert naar Afvoer (SNK), dan moet de brugdraad
tussen I/O-aansluitklemmen 01 en 11 verwijderd worden en
tussen I/O-aansluitklemmen 01 en 04 geplaatst worden.
dan moet de brugdraad tussen I/O-aansluitklemmen 01 en
11 verwijderd worden.