Inhoudsopgave
Advertenties
nl
Vermijd foutief gebruik (voorbeelden)
• De toepassingsgrenzen van de pomp met betrek-
king tot temperatuur, druk en vloeistofstroom
aanhouden (→ Bijlage, Tabel 8; Gegevensblad).
• Met toenemende dichtheid of viscositeit van de
te verpompen vloeistof neemt het opgenomen
vermogen van de pomp toe. Om overbelasting
van de pomp, koppeling en motor uit te sluiten
moeten de toegestane Dichtheid en Viscositeit
aangehouden worden (→ Bijlage, Tabel 9,
Tabel 10). Een lagere dichtheid en viscositeit is
toegestaan.
• Bij het verpompen van vloeistoffen met vaste
deeltjes zullen de grenswaarden voor het aan-
deel aan vaste deeltjes en korrelgrootte dienen
te worden aangehouden (→ Gegegevensblad,
Technische beschrijving).
• Pompwerk niet als hulpmiddel voor het optillen
van goederen gebruiken.
• Voor pompwerken van PP, PVDF en Alu geldt:
- Niet in explosiegevaarlijke omgeving gebrui-
ken.
- Niet gebruiken met ontvlambare vloeistoffen.
2.3 Bijzondere gevaren
Explosiegevaarlijk gebied
→ Hoofdstuk 10: Aanwijzingen voor bescherming
tegen explosie
• Alleen pompwerken van RVS (316 Ti) en
Hastelloy C (HC) met ATEX-toelating
G Ex h IIB T4 Ga/Gb gebruiken.
• Alleen explosieveilige motoren gebruiken.
Gevaarlijke vloeistoffen
• Bij omgang met gevaarlijke vloeistoffen
(bijv. heet, ontvlambaar, explosief, giftig,
gevaar voor gezondheid) zullen de
veiligheidsvoorschriften voor omgaan met
gevaarlijke stoffen nageleefd moeten worden.
• Gebruik bij alle werkzaamheden aan de pomp
beschermingsmiddelen.
3. Opbouw en functie
3.1 Kenmerk
Typeplaat
Typenschild pompwerk (voorbeeld)
1 Type
2 Serienummer
3 CE-kenmerk
4 Bouwjaar (laatste twee cijfers van het
serienummer; bijv. -20 voor 2020)
II 1/2
Typenschild pompwerk voor explosiegevaarlijk
gebied (voorbeeld)
1 Type
2 Serienummer
3 ATEX-kenmerk
4 Bouwjaar (laatste twee cijfers van het
serienummer; bijv. -22 voor 2022)
5 CE-kenmerk
9
Advertenties
Inhoudsopgave
