Instellingen
Temperatuurinstelling
Afb. 10: Circulatieregelventiel tempera‐
tuur instellen
3.2.2
Easytop-aftapventiel en Easytop-thermometer monteren
Easytop-circulatieregelventiel S/E, thermostatisch regelventiel met G-draad
Vóór de ingebruikname temperatuur en doorstromingsregeling
n
instellen.
Gebruik in de strang: doorstromingsregeling in stand II zetten.
n
Gebruik op de verdieping: doorstromingsregeling in stand I zetten.
n
Voor thermische desinfectie: doorstromingsregeling in stand t.D.
n
zetten.
Temperatuurinstelling: op berekende instelwaarde instellen.
n
Voor de temperatuurinstelling is een inbussleutel (SW 6) nodig.
▶
De temperatuur met inbussleutel (SW 6) bij het temperatuurregel‐
ventiel instellen.
De montage wordt getoond aan de hand van het model 2281.7.
▶
De ontluchtingsstop met de inbussleutel (SW 5) eruit draaien.
Gebruik
17