Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals in
hoofdstuk in gebruik nemen is beschreven, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toets POWER (22).
ð Het apparaat start bij het eerste gebruik in automatisch
bedrijf.
ð Is het apparaat al in gebruik geweest, start het na het
inschakelen in de laatst ingestelde bedrijfsmodus.
Bedrijfsmodus instellen
Relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
U kunt de relatieve ruimteluchtvochtigheid in Automatisch
bedrijf op elk moment wijzigen.
1. Druk op de toets HUMIDITY (34), voor het kiezen van de
gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid. Het instelbereik
ligt tussen 40 % en 70 % en kan in stappen van 5 %
worden ingesteld.
ð De gewenste ruimteluchtvochtigheid wordt ca. 5 s op de
weergave voor de actuele ruimteluchtvochtigheid (14)
weergegeven, daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
Automatisch bedrijf
De luchtvochtigheid kan worden ingesteld (zie relatieve
ruimteluchtvochtigheid instellen).
De ventilator draait met de laagste snelheid. De
ventilatorsnelheid kan niet worden gewijzigd.
De compressor schakelt automatisch uit, als de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid is bereikt. De ventilator blijft
draaien.
1. Druk op de toets MODE (23), tot op het display de indicatie
voor automatisch bedrijf (12) verschijnt.
2. Druk op de toets HUMIDITY (34), voor het kiezen van de
gewenste relatieve luchtvochtigheid. Het instelbereik ligt
tussen 40 % en 70 % en kan in stappen van 5 % worden
ingesteld.
ð De gewenste luchtvochtigheid wordt ca. 5 s op de
weergave voor de actuele luchtvochtigheid (14)
weergegeven, daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
8
Sterke ontvochtiging (continubedrijf)
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en onafhankelijk van
de ruimteluchtvochtigheid.
De ventilator draait afhankelijk van de ruimteluchtvochtigheid: Is
de ruimteluchtvochtigheid hoog, draait de ventilator met hoge
snelheid. Is de ruimteluchtvochtigheid laag, regelt de ventilator
de snelheid naar een lagere snelheid.
De relatieve luchtvochtigheid kan in deze bedrijfsmodus niet
worden ingesteld.
1. Druk op de toets MODE (23), tot op het display de indicatie
voor sterke ontvochtiging (13) verschijnt.
Info
In continubedrijf kan een condensafvoerslang worden
aangesloten, om het ontstane condens continu af te
voeren.
Wasdroogfunctie
U kunt het apparaat gebruiken om was sneller te laten drogen.
Houd bij het plaatsen van het apparaat of een wasrek rekening
met de minimale afstanden volgens de technische gegevens.
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en onafhankelijk van
de ruimteluchtvochtigheid.
De relatieve luchtvochtigheid kan in deze bedrijfsmodus niet
worden ingesteld.
De ventilator draait met de hoogste snelheid. Daarnaast wordt
de swing-functie geactiveerd. De swing-functie blijft tijdens het
omschakelen tussen de bedrijfsmodi geactiveerd.
1. Druk op de toets MODE (23), tot op het display de indicatie
voor de wasdroogfunctie (15) verschijnt.
luchtontvochtiger TTK 110 HEPA
NL