5 Elektrische aansluiting
Netaansluiting bij DC-motoren
Voorzichtig
De netspanning mag maximaal 10% afwijken van de spanning, zoals vermeld op het typeplaatje van de
elektromotor.
Het elektrisch schema is op verzoek beschikbaar.
1.
Verwijder de afdekkap van de klemmenstrook van de elektromotor;
2.
Steek de kabel door de wartel;
3.
Sluit de groen/gele aansluiting aan op de PE klem (aarde);
4.
Sluit de 24 VDC aan op klem 'A1' en de nul op klem 'A2';
5.
Breng de motorreductor met behulp van een zeskant stift in een positie tussen beide eindschakelaars;
6.
Controleer de draairichting van de uitgaande as ten opzichte van de eindschakelaar en de besturingskast, wissel
indien nodig de A1 en A2 draden om;
7.
Monteer de afdekkap en pakking van de klemmenstrook terug op de elektromotor en draai de wartel aan;
8.
Zorg dat de kabels vrij liggen van bewegende delen.
Eindschakelaar aansluiten
Let op! Houd rekening met de maximale (piek) schakelstroom van 6 A bij 250 VAC
Bij stuurspanningen van minder dan 30 Volt en stuurstromen van minder dan 400 milliampère mogen
uitsluitend de optionele 'Goldline' eindschakelaars van De Gier B.V. met vergulde contacten worden gebruikt.
1.
Verwijder de zwarte kunststof beschermkap van de motorreductor.
2.
Steek de kabel door de wartel.
3.
Sluit de werk- en noodschakelaars aan, zoals getoond in de afbeelding hieronder.
4.
Breng een doorverbinding aan tussen contact 1 en 7.
5.
Breng een doorverbinding aan tussen contact 6 en 10.
6.
Zorg dat de kabels vrij liggen en draai de wartel aan
7.
Monteer de zwarte kunststof beschermkap terug op de motorreductor.
Algemeen
Bedrijfsschakelaar 2
Veiligheidsschakeling
Bedrijfsschakelaar 1
Veiligheidsschakeling
Aansluitschema werk- en noodschakelaars
1
Bedrijfs-
schakelaar 2
2
Veiligheids-
schakelaar 2
1
Bedrijfs-
schakelaar 1
2
Veiligheids-
schakelaar 1
19