3 Gebruiksvoorschriften
GW motorreductoren zijn bedoeld voor luchtings-, schermings- en hijstoepassingen, zoals:
•
Nokluchting: lineair aangedreven dakventilatie, bijvoorbeeld in kassen, tuincentra, kantoorgebouwen, hallen, stallen
of luchting in foliekassen.
•
Gevelluchting: lineair aangedreven gevelventilatie, bijvoorbeeld in kassen, façades, hallen, oprolbare doeken of folies
bij stallen en kassen.
•
Scherming: bijvoorbeeld scherming met kabels of tandheugels in kassen of lamellensystemen.
•
Hijstoepassingen: bijvoorbeeld groeibuis- of chrysanten (hijs-)verwarming. Alleen toegestaan met
valrembeveiliging.
Speciale uitvoeringen
De volgende speciale uitvoeringen zijn (onder andere) leverbaar in overleg met de fabrikant (niet voor elk type):
•
24 VDC.
•
Uitvoering voor afwijkende netspanning en/of frequentie.
•
Uitvoeringen voor gebruik bij hoge relatieve luchtvochtigheid (RV >60%).
•
Afwijkende keuringen.
Gebruiksvoorwaarden
Voor het gebruik van de motorreductor gelden de volgende gebruiksvoorwaarden:
•
Omgevingstemperatuurbereik voor gebruik:
•
=> 0,6 kW: -15°C tot +60°C [5°F to 140°F]
•
< 0,6 kW:
0°C tot +60°C [32°F to 140°F]
•
Max. kracht op de uitgaande as:
•
GW10: radiaal 1000 N, axiaal 400 N
•
Alle overige typen met uitzondering van GW10: radiaal 4000 N, axiaal 400 N
•
Het heffen van vrij hangende lasten (geen personen), zoals groeibuis-, chrysanten (hijs-)verwarming of
assimilatieverlichting is alleen met valrembeveiliging toegestaan.
•
De motorreductoren zijn geschikt voor S3-30% bedrijf.
•
De maximale inschakelduur is 25 minuten.
•
De motorreductor mag maximaal 3 maal per minuut worden gestart.
•
De levensduur van de motorreductor stijgt aanmerkelijk bij lage belastingen en schakelcycli, waarbij de
motorreductor tussendoor kan afkoelen.
Beperkingen van het gebruik
Constructieve wijzigingen aan de motorreductor zijn niet toegestaan. Hierdoor vervalt de fabrieksgarantie en kan
fabrikant niet aansprakelijkheid worden gesteld voor eventuele gevolgen. Daarnaast gelden voor het gebruik van de
motorreductor de volgende beperkingen:
•
Belast de motorreductor/aandrijflijn niet met een koppel groter dan het opgegeven maximum koppel.
•
Gebruik de motorreductor niet voor het bedienen van onderdelen die zich in de directe nabijheid (onder
handbereik) van personen bevinden. Houdt de veiligheidsafstanden conform NEN EN ISO 13857 aan.
•
Stel de motorreductor niet bloot aan directe beregening, regen of sneeuw.
•
Gebruik de motorreductor niet voor het bedienen van rook- en warmteafvoerinstallaties conform NEN 6093 of DIN
18232.
•
Gebruik de motorreductor niet voor het bedienen van automatisch werkende deuren of poorten die gebruikt
worden door personen.
•
Gebruik de motorreductor niet in explosiegevaarlijke zones als daarvoor niet uitdrukkelijk toestemming is verleend.
10