Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie
van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt
uitsluitend op het platform wanneer de machine zich
op een sterke helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform,
dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Het
indicatielampje 'machine niet vlak' gaat branden en
de rijfunctie in een of beide richtingen werkt niet.
Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de
helling zoals hieronder weergegeven. Volg de
stappen om de arm neer te laten voordat u de
machine verplaatst naar een stevige, horizontale
ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform
wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelopwaarts:
1
Laat de arm neer.
2
Schuif de arm in.
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelafwaarts:
1
Schuif de arm in.
2
Laat de arm neer.
10
Breng de arm pas omhoog
of schuif deze pas uit als de
machine op een stevige,
horizontale ondergrond is
geplaatst.
Werk niet met de machine bij harde wind of bij
windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform
of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan
de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de
machine af.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en
oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere
gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of
uitgeschoven is.
S-60 • S-65
Achtste uitgave • Eerste druk
Breng de arm niet omhoog
wanneer de wind harder dan
12,5 m/s waait. Wanneer de
windsnelheid 12,5 m/s
overschrijdt terwijl de arm
omhoog is gebracht, breng
dan de arm omlaag en werk
niet verder met de machine.
Wees uiterst voorzichtig en
houd een lage snelheid
aan wanneer met de
machine in de
transportstand wordt
gereden over oneffen
terrein, puin, een
onstabiele of gladde
ondergrond en vlakbij
gaten of afgereden kanten.
Onderdeelnr. 1258795DU