4.8 Positionering van de elektri-
sche kabel
De elektrische bekabeling moet door vakpersoneel
worden uitgevoerd om enige risico's voor persoon-
lijk letsel en materiële schade te vermijden. De
demping halfschalen worden dusdanig ontwikkeld,
dat de grootst mogelijke flexibiliteit betreffende de
kabeltoewijzing in de demping wordt gegeven.
Overeenkomstige gedeeltes voor kabelbomen zijn
aanwezig en maken de zijdelingse toegang tot de
demping mogelijk (2).
2
4.9 Elektrische aansluiting
GEVAAR!
Het elektrische installeren moet gebeuren door
een gespecialiseerd bedrijf. De montage van
de elektrische aansluiting moet spanningsloos
gebeuren.
De pomp en de menger moeten, overeenkomstig
het aansluitschema uit de documentatiemap van
de warmtepomp, op de I/O-module worden aange-
sloten
De menger moet hierbij als volgt op de I/O-module
worden aangesloten:
bruine mengerkabel (menger schuift open)
zwarte mengerkabel (menger schuift dicht)
blauwe menger op N (nulleider)
Indien bij de gebruikte besturing voor-/terugloop-
sensoren nodig zijn, moeten deze in de daarvoor
bedoelde dompelhulsen worden gestoken.
Alle aansluit- en sensorkabels moeten binnen het
verwarmingscircuitstation naar onderen worden
geleid. Hiertoe zijn op de warmte-isolatieschalen
aan de achterkant overeenkomstige sleuven aan-
gebracht, waarin de kabels geklemd kunnen
worden. De voor- en terugloopsensor moet door
middel van de borgschroef aan de sensor-dompel-
huls tegen wegglijden worden geborgd.
Correcte mengerlooprichting bij verwarmings-
circuitstation HGM
Indien de mengermotor na een hermontage de
incorrecte looprichting heeft (besturing stelt in op
warm en menger schakelt naar positie 0 in plaats
van 10), dan moeten de beide aansluitingen (kabel
bruin en zwart) van de mengermotor worden ver-
vangen.
Verwijderen van de mengermotor
Voor de demontage van de mengermotor moet de
plaat van de draaikop van de motor worden getild
en de schroef in de draaikop er geheel uit worden
gedraaid. De mengermotor kan er nu af worden
getild.
19