4
Installatie en montage
4.1 Installatie
VOORZICHTIG!
De installatie van elke afzonderlijke hydrauli-
sche componenten moet door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd, omdat door de
hoge temperaturen en vloeistofdruk personen
letsel kunnen oplopen.
AANWIJZING!
–
Bij de montage mogen er geen vetten of
oliën worden gebruikt, omdat deze de
afdichtingen kunnen verstoren. Vuildeeltjes
en vet- en olieresten moeten evt. uit de
toevoerleidingen worden gespoeld.
–
Bij de keuze van het bedrijfsmedium moet
de algemene stand van de techniek in acht
worden genomen (bijv. VDI 2035).
–
Beschermen tegen externe invloeden (bijv.
schokken, stoten, trillingen).
Mogelijke installaties zijn:
n
Wandmontage
n
Installatie op de verdeler
Na de montage moeten alle montageplaatsen op
lekkage worden gecontroleerd.
4.2 Wandmontage
WAARSCHUWING!
Neem de in punt 7 aangegeven afstand van de
leidingen tot de muur in acht.
1.
Verwijder de voorgemonteerde pompgroep
uit de verpakking.
2.
Open de dempingskap halfschalen door de
voorzijde [1] en achterzijde [2] uit elkaar te
trekken.
1
3.
Verwijder de demping [3].
3
4.
Verwijder de voorloop [4] en terugloop [5].
5.
Monteer de wandconsole van de pompgroep
op een geschikte muur. De wandconsole is
voorzien van boorgaten om de hoogteverstel-
ling te vereenvoudigen. Bevestig de wand-
console tegen de wand met de meegele-
verde pluggen.
2
13