4.5 Terugslagklep
De armatuurgroep wordt vooraf gemonteerd gele-
verd. Bij het bedrijf van de verwarmingsinstallatie
moet de sleuf van de opstelling van de terugslag-
blokkering zich in horizontale positie bevinden.
A
Afb. 10: Terugslagklep
A: Gesloten
B: geopend
Bedrijfspositie: Afsluitklep gesloten, doorstroom
alleen mogelijk in transportrichting.
Bij ingebruikname resp. onderhoudswerkzaam-
heden (vullen en spoelen) moet de terugslagblok-
kering geopend zijn. Blokkeringsfunctie niet actief:
Afsluitklep geopend, doorstroom in beide rich-
tingen mogelijk. In het verwarmingsbedrijf moet de
terugslagblokkering weer in de bedrijfspositie
worden gebracht.
Bij een uitgeschakelde circulatiepomp is in ver-
warmingsinstallaties, afhankelijk van de rotatie-
druk, ondanks de afsluitklep een geringe terug-
slagcirculatie mogelijk. Afsluitkleppen zijn geen
volledig afsluitende doorstroomblokkering.
B
4.6 Wissel van voorloop en
terugloop
Verwarmingscircuitgroep ongemengd
Om de doorstroomrichting te wijzigen, als volgt te
werk gaan:
1.
Maak de verbinding los [9]
2.
Vervang de voorloop- en terugloopstreng
3.
Haal de verbinding weer aan
A
9
Afb. 11: Aanvoer
A: links
B: rechts
B
9
9
17