WAARSCHUWING
TIJDENS GEBRUIK VAN DE
INFRAROODBRANDER MAG DE KAP
NIET TE LANG DICHT BLIJVEN.
SCHOONMAKEN VAN DE INFRAROODBRANDER
Het is noodzakelijk dat de onderste infraroodbrander na elk gebruik op zijn minst vijf minuten met de kap open aan te
laten staan, zodat vleesvocht en restjes kunnen verdampen. Als u dit niet doet zal de brander beschadigd raken. Het is
nodig zo nu en dan het as dat zich op het oppervlak van de brander verzamelt weg te blazen, te vegen, of te
stofzuigen. Dit moet voorzichtig gebeuren en alleen als de brander is afgekoeld.
BESCHERM DE INFRAROODBRANDERS
De branders van uw barbecue zijn gemaakt om een gedurende een lange tijd goed te presteren. U dient echter een
aantal stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat de keramieken oppervlakken van de branders niet zullen
barsten. Als dit wel gebeurt, werken de branders niet meer. Hieronder staan de meest voorkomende oorzaken van
barsten en de stappen die u kunt nemen om ze te voorkomen. Schade die veroorzaakt wordt door het niet
opvolgen van deze stappen valt niet onder de garantie.
BOTSING MET HARDE OBJECTEN – Zorg ervoor dat er geen harde objecten op het keramiek terechtkomen. Doe
met name voorzichtig als u de kookplaten of andere onderdelen in de barbecue stopt of ze eruit haalt. Als een dergelijk
object op het keramiek valt, is het zeer waarschijnlijk dat er barsten ontstaan.
HETE LUCHT KAN NIET GOED ONTSNAPPEN – De branders kunnen alleen goed werken als de hitte die ze
aanmaken kan ontsnappen. Kan dit niet, dan krijgen de branders mogelijk niet genoeg zuurstof, wat een naontsteking
tot gevolg kan hebben, vooral als de branders in de "HOOG"-stand staan. Als dit keer op keer gebeurt kunnen er in de
branders barsten ontstaan. Om deze reden zitten er ventilatiekoepels op de barbecue. Hierdoor kan hete lucht
ontsnappen. Zorg ervoor dat er altijd voldoende ruimte om het kookoppervlak open wordt gehouden (de bakroosters
zorgen voor voldoende ruimte). Bedek de ventilatiekoepels nooit met folie of andere materialen die de luchtstroom
belemmeren. Let erop dat het oppervlak NOOIT helemaal bedekt is, bijvoorbeeld door een grote pan.
ALGEMEEN ONDERHOUD
•
Houd brandbaar materiaal, benzine, en andere brandbare gassen en vloeistoffen uit de buurt van dit apparaat
en de directe omgeving.
•
Zorg dat de luchtstroom en de ontstekingsgedeeltes NOOIT belemmerd worden.
•
Zorg dat de ventilatieopening van de gasflesruimte vrij blijft van rommel en voedselresten.
•
Controleer altijd de branders.
Normaal:
Zachtblauwe vlammen
Onderhoud
voor dat de infraroodbrander niet in contact
Verkeerd ingesteld:
Felblauwe vlammen
(te veel lucht)
18
VOORKOM WATERSCHADE AAN
DE INFRAROODBRANDER
Zorg er om beschadigingen te voorkomen
komt met water. Waterschade valt niet
onder de garantie.
Gebrekkige verbranding:
Deinende, gele vlammen
(te weinig lucht)