Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Motorbeveiliging Opmerking; Inbedrijfstelling - LSA Effect EC Montage- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische aansluiting

11.5
De datakabel (met RJ 45-aansluiting) voor het bedieningspaneel moet aan de kant van de elektrische
aansluiting in de ingang CONTROL (metalliek = afgeschermd) van het luchtgordijn worden geplaatst.
De datakabel wordt standaard meegeleverd met een lengte van 20 m. Overige lengtes (tot 100 m) kunnen
worden besteld.
Met de ingang AUXILIAR kunnen meerdere luchtgordijninstallaties via een parallelle schakeling op
elkaar worden aangesloten en bediend met slechts één bedieningspaneel. Deze ingang bevindt zich
eveneens aan de kant van de elektrische aansluiting van het luchtgordijn.
Let op dat laagspanningsleidingen en krachtstroomleidingen ruimtelijk van elkaar zijn gescheiden.
De contactstrip en de printplaat zijn toegankelijk via het inspectieluik van de betreffende
luchtgordijninstallatie.
Verlenging van de datakabel op locatie is niet mogelijk!
Motorbeveiliging
11.6
Opmerking!
Voor luchtgordijnen met een EC-motor is geen aanvullende motorbeveiliging vereist. De
motorbeveiliging is in de elektronica van de motor geïntegreerd.
Belangrijk
Motorschade door overspanning, overbelasting of kortsluiting
Er moet gebruik worden gemaakt van stroomonderbrekers (uitschakelkarakteristiek C) of
motorbeveiligingsschakelaars.
Thermische contacten of de NTC-weerstand moeten altijd op een motorbeveiliging worden
aangesloten.

Inbedrijfstelling

12.
Uitsluitend bij correcte inbedrijfstelling en schriftelijk bewijs hiervan kan aanspraak worden gemaakt op garantie.
Aangeraden wordt het inbedrijfstellingsrapport in te vullen, zie hoofdstuk 16. Inbedrijfstellingsrapport, (pagina
072-073).
Veiligheidsinstructies
12.1
Waarschuwing
Voorzichtig: Gevaar door schokken/uitval, storing, defecten
Controleer de ondergrond (plafond/wand) voordat u de installatie in bedrijf stelt.
De inbedrijfstelling mag uitsluitend door toepasselijk gekwalificeerde personen worden uitgevoerd, zie
voor meer informatie hoofdstuk 2.2 Kwalificatie, pagina 007.
Bij alle werkzaamheden in de nabijheid van het luchtgordijn moeten persoonlijke beschermingsmiddelen
worden gedragen, zie hoofdstuk 2.3 - Persoonlijke beschermingsmiddelen, pagina 007.
Als het elektrische verwarmingselement voor het eerst wordt verwarmd, kunnen dampen ontstaan.
Wij raden aan bij de eerste inbedrijfstelling de maximale verwarmingsstanden en ventilatiestanden in
bedrijf te stellen en de luchtgordijninstallatie gedurende enkele minuten te laten draaien. Zorg dat de
ruimte voldoende geventileerd is.
Voorwaarden
12.2
Montage en elektrische aansluiting zijn
vakkundig uitgevoerd.
Restmateriaal van de installatie en vreemde
deeltjes worden uit het luchtgordijn en de
kanalen verwijderd.
Luchtaanvoer- en uitblaasroosters zijn vrij.
Alle veiligheidsinrichtingen zijn aanwezig.
De aardingskabel is aangesloten.
De kabelwartels zijn vast aangedraaid.
De nominale stroom (zie typeplaatje) wordt niet
overschreden.
De gegevens op het typeplaatje komen overeen
met de aansluitgegevens.
De aanvoer en retour en alle bijbehorende
onderdelen zijn gegarandeerd lekdicht.
De condensaatpomp (indien aanwezig) moet
aangesloten zijn.
Inbedrijfstelling
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave