8. Fout- en statusmeldingen
De foutmeldingen en de actuele temperatuur worden afwisselend aangegeven. Als er meerdere fouten zijn
opgetreden, worden deze achter elkaar aangegeven. Als er geen akoestisch alarm klinkt, is de fout- c.q.
statusmelding slechts een aanwijzing dat er een storing is geweest.
Indicatie
OFF
Apparaat uitgeschakeld
Temperatuur boven
Hi
waarschuwingsgrens A1
Temperatuur onder
Lo
waarschuwingsgrens A2
Storing sensor koelruimte,
FIH c.q. FIL
H = breuk of L = kortsluiting
Storing ontdooisensor,
F2H c.q. F2L
H = breuk of L = kortsluiting
Fout van de sensor van de
F3
veiligheidsvoorziening tegen
temperaturen onder nul
De veiligheidsvoorziening
tegen temperaturen onder nul
6F5
meldt de gemeten
temperatuur < 2 °C
Dataverlies in het
EP
parametergeheugen
Accu niet ingeschakeld of
Acc
PF
Rechtse
Een knipperende decimale punt rechts signaleert dat de accu momenteel wordt opgeladen.
decimale punt
De indicatie gaat uit, wanneer de accu volledig geladen is.
knippert
Linkse
Een knipperende decimale punt links signaleert dat de ontdooiing wordt ingeleid.
decimale punt
knippert
Oorzaak
Apparaat op het net
aangesloten, regelaar staat op
stand-by
Hoge-temperatuur-alarm (evtl.
teveel warm koelmateriaal
ingebracht of deur was te lang
open)
Lage-temperatuur-alarm,
veiligheidsvoorziening
reageert, bewakingscircuit
heeft koelmachine
uitgeschakeld
Koelregelaar schakelt de
koelmachine uit
De ontdooiing wordt
tijdgestuurd
Koelmachine werkt verder
Contact voor extern alarm
wordt geactiveerd
Koelmachine wordt
uitgeschakeld
Koelregelaar schakelt uit
defect
Geen koeling, alarm actief,
Stroomuitval
contact voor extern alarm
wordt geactiveerd
Werking
Apparaat inschakelen, toets (6)
ca. 4 sec. indrukken
Observeren of de toestand zich
binnen zeer korte tijd weer
normaliseert; zo niet, is er een
technisch defect.
Klantenservice informeren
Controleren of onderste
waarschuwingsgrens juist ingesteld is
en observeren of de toestand zich
binnen zeer korte tijd normaliseert; zo
niet, is er een technisch defect.
Klantenservice informeren
Controle van de sensor
Klantenservice informeren
Controle van de sensor
Klantenservice informeren
Controle van de sensor
Klantenservice informeren
Controleren of de temperatuur juist
ingesteld is en observeren of de
toestand zich binnen zeer korte tijd
normaliseert; zo niet, is er een
technisch defect.
Klantenservice informeren
Apparaat uitschakelen, toets 6 ca. 4
sec. indrukken en netstekker
uittrekken. 5 sec. wachten, daarna
netstekker weer insteken en apparaat
inschakelen. Als de storing niet
verholpen is, klantenservice
informeren
Sleutelschakelaar controleren op
stand ON. Accu vervangen c.q.
aansluiting controleren,
klantenservice informeren
Stroomvoorziening controleren
Maatregel
Page 11