HOOFDSTUK 5 FUNCTIES
1. Margefunctie
Het beeld van het origineel wordt naar rechts verschoven om een
inbindmarge te creëren aan de linkerzijde van het papier. De
margebreedte kan worden ingesteld tussen 1 mm en 18 mm in
stappen van 1 mm.
* Voor de margefunctie is de optionele geheugenkaart vereist.
* Als beginwaarde voor de margebreedte kunt u kiezen uit de
bovenstaande waarden. (Zie "Margebreedte" op blz. 6-6.)
1
Om de margebreedte te veranderen, houdt u de margetoets
gedurende 3 seconden ingedrukt. "F17" verschijnt in het
display van het aantal kopieën en 2 seconden later verschijnt
de margebreedte. Als u de margebreedte niet wenst te
veranderen, drukt u op de margetoets en gaat u door naar
stap 4.
5-1
2
Druk op de zoomtoets (+) of (-) en verander het nummer om
de gewenste margebreedte te kiezen.
3
Druk op de invoertoets of de margetoets. Het aantal kopieën
verschijnt op het display. De margefunctie is nu ingesteld.
4
Plaats het origineel/de originelen.
* Plaats de originelen met hun (linker) bovenzijde achteraan.
Als u ze in de verkeerde richting plaatst, wordt de marge
mogelijk op de verkeerde plaats toegevoegd.