Hoofdstuk 12
Helderheid, contrast en kleur
instellen
Helderheid
Pas de helderheid aan om kopieën donkerder
of lichter te maken.
Volg de onderstaande stappen om de
helderheidinstelling tijdelijk te wijzigen:
a
Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld
b
Plaats het document.
c
Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d
Druk op Opties.
Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a om kopieën lichter te maken
of op b om kopieën donkerder te maken.
Druk op OK.
f
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaardinstelling te wijzigen:
a
Druk op Menu, 3, 2.
Kopie
2.Helderheid
b
Druk op a om kopieën lichter te maken
of op b om kopieën donkerder te maken.
Druk op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
74
12
12
.
Contrast
Pas het contrast aan om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
Volg de onderstaande stappen om de
contrastinstelling tijdelijk te wijzigen:
a
Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld
b
Plaats het document.
c
Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d
Druk op Opties.
Druk op a of b om Contrast te
selecteren. Druk op OK.
e
Druk op a of b om het contrast te
verhogen of verlagen.
Druk op OK.
f
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaardinstelling te wijzigen:
a
Druk op Menu, 3, 3.
Kopie
3.Contrast
b
Druk op a of b om het contrast te
verhogen of verlagen.
Druk op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
12
.