Hoofdstuk 4
Instelslot aan-/uitzetten
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl
u onderstaande instructies volgt, wordt op het
LCD-scherm Fout wachtwoord
weergegeven. Voer het juiste wachtwoord
opnieuw in.
Instelslot aanzetten
a
Druk op Menu, 1, 9, 2.
Beveiliging
2.Instelslot
b
Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
c
Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
d
Druk op Stop/Eindigen.
Instelslot uitzetten
a
Druk op Menu, 1, 9, 2.
Beveiliging
2.Instelslot
b
Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk tweemaal op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
26
Geheugenbeveiliging
4
Met Geheugenbeveiliging kunt u voorkomen
dat ongewenste personen toegang krijgen tot
de machine.
Als Geheugenbeveiliging is ingeschakeld,
zijn de volgende bewerkingen beschikbaar:
Faxen ontvangen in het geheugen
4
(afhankelijk van geheugencapaciteit)
Fax doorzenden (als de functie Fax
doorzenden al was ingeschakeld)
Afstandsbediening (als de functie Fax
opslaan al was ingeschakeld)
Als geheugenbeveiliging is ingeschakeld, zijn
de volgende functies NIET beschikbaar:
Ontvangen faxen afdrukken
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf pc
4
Scannen
Ontvang PC Fax
Opmerking
• Om faxen in het geheugen af te drukken,
dient u geheugenbeveiliging uit te
schakelen.
• U dient PC-Fax Ontvangen uit te
schakelen voordat u geheugenbeveiliging
kunt inschakelen.
(Zie Opties voor afstandsbediening
uitschakelen op pagina 59.)
4