Inhoudsopgave
Advertenties
Stroomsensoren 1-2, jumperstroken 3 en 6, AC/DC-
converteringang 4, STB-aansluiting 5,
1,2
Stroomsensoren (plaatsing alleen op klantenwens):
Een ader van de voor de stroommeting gewenste verbruiker dient voor het
aansluiten op de klem door de betreffende sensor te worden geleid.
Daarnaast dient het meetsignaal nog via de jumperstrook 6 met een ingang
van de regelaar worden verbonden.
De betreffende ingang (12 of 13) dient als analoge ingang met de
meetgrootheid „Spanning" en de procesgrootte „Stroomsterkte A" te worden
geparametreerd (vanaf bedrijfssysteem versie V1.12).
Verschaling:
Er kunnen stromen tot max. 10A AC worden gemeten.
De meting van elektrische energie is met de stroomsensoren niet mogelijk.
3
Weergave van de jumperstrook 3 op de printplaat:
Via de betreffende positionering van de jumpers kan ofwel een STB-
herkenning (temperatuurbeveiliging) of het koppelen van een 230V-signaal
worden gedaan.
Jumpers voor STB-herkenning
STB = Veiligheids-temperatuurbegrenzing met potentiaalvrij contact, welke
in normaal bedrijf gesloten is.
Door de jumpers N/STB en L/STB wordt de STB van de aansluiting 5 via een
schakeling
jumperstrook 6 gebracht.
Tegelijkertijd dient de draadbrug (fabriekszijdig op STB-aansluiting 5) op de
aansluiting 4 (AC/DC) te worden gestoken.
Jumper voor het koppelen van een 230V-spanning
Wordt de positie AC/EXT overbrugd, dan staat de 230V~aansluiting 4 via de
schakeling voor verdere verwerking op jumperstrook 6 ter beschikking. In dit
geval is het verder verwerken van het STB-signaal op de jumperstrook niet
mogelijk.
6
0,00V :
0,0A
3,30V : 10,0A
potentiaal
gescheiden
voor
verdere
verwerking
naar
de
Advertenties
Inhoudsopgave
