Controle, onderhoud en service van
de veiligheidsuitrusting van de
machine
BELANGRIJKE INFORMATIE
• Om service en reparaties aan de machine uit te
voeren, moet u een speciale opleiding hebben.
• Dit geldt vooral voor de veiligheidsuitrusting van
de machine. Als de machine één van de volgende
controles niet goed doorstaat, moet u ermee naar
uw servicewerkplaats gaan.
• Als u één van onze produkten koopt, garandeert
dit dat de reparaties en service door een vakman
worden uitgevoerd. Als u uw machine heeft gekocht
bij één van onze dealers die geen servicewerkplaats
heeft, vraag hem dan waar de dichtstbijzijnde
erkende werkplaats is.
1. Gashendelver-
grendeling
• Controleer of de gashendel
vergrendeld is in de
"stationaire stand" wanneer
de gashendelvergrendeling
in de oorspronkelijke stand
staat.
• Druk de gashendelvergren-
deling in en controleer of
hij teruggaat naar zijn
oorspronkelijke positie
wanneer u hem loslaat.
• Controleer of de gashendel
en de gashendelvergren-
deling vlot lopen en of hun
retourveersystemen
werken.
• Zie het hoofdstuk "Start".
Start de machine en geef
vol gas. Laat de gashendel
los en controleer of de
maai-uitrusting stopt en stil
blijft staan. Als de maai-
uitrusting roteert wanneer
de gashendel in de station-
air stand staat, moet de
stationair draaien-instelling
van de carburateur
gecontroleerd woden. Zie
hoofdstuk "Onderhoud".
2. Stopschakelaar
• Start de motor en
controleer of de motor
wordt uitgeschakeld
wanneer de stopschakelaar
naar de stopstand wordt
gevoerd.
6
– Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
#
3. Beschermkap
voor de
snijuitrusting
• Controleer de
beschermkap op
beschadigingen en
scheurtjes.
• Vervang de beschermkap
als ze gebarsten is of slagen
te verduren gehad heeft.
• Gebruik altijd de
beschermkap die wordt
genoemd in het hoofdstuk
technische gegevens, voor
de verschillende
snijuitrustingen.
4. Trillingdemp-
ingssysteem
• Controleer de
trillingdempingselementen
regelmatig op
materiaalbarsten en
vervormingen.
• Controleer of de
trillingdempingselementen
heel zijn en goed vast
zitten.
5. Geluiddemper
1. Gebruik de machine nooit
wanneer de geluiddemper
defect is.
2. Controleer regelmatig of de
geluiddemper goed vastzit.
3. Als de geluiddemper van
uw machine uitgerust is
met een vonkenopvangnet,
moet dit regelmatig
schoongemaakt worden.
Een verstopt net leidt tot
oververhitting van de motor
wat tot ernstige
beschadigingen van de
motor leidt. Gebruik de
geluiddemper nooit
wanneer het
vonkenopvangnet defect is.