Problemen met het papier
Problemen
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen
papier of de melding Vastgelopen
papier.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken?
Welk papier kan ik gebruiken?
Het papier is vastgelopen.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen
De afgedrukte pagina's zijn
gekruld.
De afgedrukte pagina's zijn
vlekkerig.
De afdrukken zijn te licht.
Suggesties
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de
papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer
het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de
lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer of de handmatige invoermodus niet in de printerdriver is
geselecteerd.
Reinig de invoerrol voor papier. Zie Het schoonmaken van de papierpick-up
rol op pagina 52.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven
en het probleem is niet verholpen, raadpleegt u Fout- en onderhoudsberichten
op pagina 54.
U kunt enveloppen invoeren via de handmatige invoergleuf. Uw toepassing moet
zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u
meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw
toepassing.
U kunt dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
enveloppen en etiketten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 16
voor meer informatie.)
U kunt enveloppen invoeren via de handmatige invoergleuf.
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie Vastgelopen documenten op pagina 58.)
Suggesties
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen
papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer het probleem te
verhelpen door de stapel papier in de papierlade om te draaien.
Controleer of u de juiste papiersoort hebt gekozen die past bij het type
afdrukmedia. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 16.)
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het
gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 16 en tabblad Normaal in de
Softwarehandleiding.)
Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën of het
afdrukken, schakelt u u de tonerbespaarstand in de menu-instellingen van de
machine op Uit. (Zie Toner besparen in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Zet de tonerbespaarstand op Uit in het tabblad Geavanceerd van de
printerdriver. (Zie het tabblad Geavanceerd in de Softwarehandleiding.)
Problemen oplossen
71
B