h
U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op Ja.
De machine begint de printkop te
reinigen.
i
Druk na het reinigen op Start.
De machine drukt de Testpagina
afdrukkwaliteit opnieuw af. Herhaal de
procedure vanaf stap e.
j
Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt en de afdrukkwaliteit is nog
steeds slecht, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
Opmerking
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet de
afdruk er zo uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn de
horizontale strepen
verdwenen.
De uitlijning controleren
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a
Druk op
(Inkt).
b
Druk op Testafdruk.
c
Druk op Instel kantlijn.
d
Druk op Start.
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
e
Druk voor het "A"-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
f
Druk voor het "B"-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
g
Druk voor het "C"-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
h
Druk voor het "D"-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
i
Druk op Stop/Eindigen.
Routineonderhoud
A
65
A