Hoofdstuk 1
Overzicht van het bedieningspaneel
7
1 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Hiermee opent u de scanmodus.
KOPIE
Hiermee opent u de kopieermodus.
FOTO
Hiermee opent u de fotomodus.
Hiermee zet u de machine weer in de
gereedstand.
2 Telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de laatste 30
gekozen nummers herhalen. U kunt de
toets ook gebruiken om tijdens het kiezen
een pauze in te voegen.
6
1
6
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze toets
ook toegang krijgen tot een buitenlijn of een
gesprek overzetten naar een ander toestel.
3 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of
maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt
u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van
faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
1