De Dakota aanpassen
Track instellen
Een track is een registratie van uw route.
Tik in het hoofdmenu op
Tracklog: hiermee kunt u trackregistratie
in- en uitschakelen.
Opnamemethode: selecteer een
opnamemethode voor tracks. Tik
op Afstand, Tijd of Auto. Als de
opnamemethode is ingesteld op Tijd of
Afstand, geeft u het specifieke tijds- of
afstandsinterval op. Tik op Auto om de
tracks met variabele snelheden op te slaan
zodat een optimaal beeld ontstaat van uw
tracks.
interval: selecteer een opnamesnelheid
voor het tracklog. Bij meer frequente
registratie van punten ontstaat er een
gedetailleerdere track, maar raakt het
tracklog ook sneller vol.
Stel in
> Tracks.
Het hoofdmenu aanpassen
Het is mogelijk om toepassingen in het
hoofdmenu anders te ordenen.
De volgorde van toepassingen in het
hoofdmenu wijzigen:
1. Tik op
Stel in
> Hoofdmenu.
2. Tik op de toepassing die u wilt
verplaatsen.
3. Tik op een andere toepassing om
deze van plaats te laten wisselen.
Een toepassing deactiveren en naar
het einde van de lijst verwijderen:
1. Tik op
Stel in
> Hoofdmenu.
2. Tik op de toepassing.
3. Tik op
.
OpmerkiNg: als u een toepassing
wilt activeren, dient u de toepassing
te selecteren en daarna een andere
toepassing te selecteren zodat deze van
plaats kunnen wisselen.
Dakota-serie - Gebruikershandleiding