2
Selecteer een baan in de lijst.
Hole-weergave
Het toestel geeft de hole weer die u nu speelt, en schakelt
automatisch over naar de volgende hole wanneer u naar een
nieuwe hole gaat.
OPMERKING: Standaard berekent het toestel de afstand tot
het begin, midden en einde van de green. Als u de locatie van
de pin weet, kunt u die nauwkeuriger instellen met behulp van
de Hole-weergave
(pagina
Nummer van huidige hole.
Afstand tot het einde van de green.
Afstand tot het midden van de green.
Afstand tot het begin van de green.
Par voor de hole.
Volgende hole.
Vorige hole.
De green weergeven
Tijdens een game kunt u de green in meer detail bekijken en de
pinlocatie verplaatsen.
1
Begin een game te spelen
2
Selecteer
> Green-weergave.
3
Sleep
om de pinlocatie te verplaatsen.
De afstanden op het holeweergavescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Een shot meten
U kunt op elk moment de afstand van een shot meten.
1
Selecteer MEASURE.
2
Loop naar uw bal.
De afstand wordt automatisch gereset wanneer u naar de
volgende hole gaat. U kunt op elk moment MEASURE
ingedrukt houden om de afstand te resetten.
Layup- en dogleg-afstanden en opgeslagen
locaties weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes. Opgeslagen locaties
weergegeven in deze lijst.
Selecteer op het holeweergavescherm
midden van het scherm.
OPMERKING: Afstanden worden uit de lijst verwijderd
wanneer u deze passeert.
Score bijhouden
Voordat u de score gaat bijhouden, moet u een ronde beginnen
(pagina
1).
1
Selecteer op het scherm met de holeweergave
SCORE.
2
2).
(pagina
1).
(pagina
2) worden ook
(pagina
2), het
(pagina
2
Selecteer zo nodig
te wijzigen.
3
Selecteer
of
Uw totale score
4
Houd SCORE ingedrukt om een lijst met de scores voor alle
holes weer te geven.
Vanuit deze lijst kunt u elke hole selecteren en de score voor
die hole wijzigen.
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
1
Selecteer een optie:
• Als u momenteel een ronde speelt, selecteer dan SCORE
> Scoring.
• Als u momenteel geen ronde speelt, selecteer dan
Stel in > Scoring.
2
Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert
(pagina
2), worden punten toegekend op basis van het aantal
slagen ten opzichte van par. Aan het einde van een ronde wint
de hoogste score. Het toestel kent punten toe zoals
gespecificeerd door de United States Golf Association.
OPMERKING: De scorekaart voor een game met Stableford-
score toont punten in plaats van slagen.
Punten
Gespeelde slagen ten opzichte van par
0
2 of meer boven
1
1 boven
2
Par
3
1 onder
4
2 onder
5
3 onder
Scorekaarten op een computer weergeven
U kunt alle opgeslagen scorekaarten op uw computer
weergeven.
1
Sluit het toestel aan op een USB-poort van uw computer met
behulp van de batterijlader
2
Het toestel wordt als verwisselbaar station weergegeven in
Deze computer op Windows ® computers en als een
geïnstalleerd volume op Mac ® computers.
3
Open ScorecardViewer.html om uw scorekaarten te
bekijken.
Een locatie opslaan
Tijdens het spelen van een ronde kunt u maximaal vijf locaties
op elke hole opslaan.
1
Ga naar de locatie die u wilt opslaan.
OPMERKING: U kunt geen locatie opslaan die ver bij de
momenteel geselecteerde hole vandaan ligt.
2)
2
Selecteer
> Locatie opslaan.
3
Selecteer een label voor de locatie.
> Andere par om de par voor de hole
om de score in te stellen.
wordt bijgewerkt.
(pagina
1).
>
Golfen