Bediening en instelling van het apparaat
8.0 Ingebruikneming
Controleer of uw voertuig een 16-pin- DLC (data link connector) heeft. Of uw voertuig geschikt is
voor OBD II, kunt u op het voertuig- emissie- controle- etiket (VECI label) herkennen.
De DLC- aansluiting bevindt zich meestal in de buurt van de zekeringkast onder het dashboard.
Als u de DLC- aansluitbus van het voertuig niet kunt vinden raadpleeg dan het handboek van
het voertuig of vraag dit op bij de voertuigfabrikant.
De Cartrend OBD II werkt met alle voertuigen en kleine transportwagens vanaf het bouwjaar
2000 voor benzine en vanaf bouwjaar 2003 voor dieselvoertuigen, welke uitgerust zijn met een
OBD II- bus en met de diagnose- protocollen VPW, CAN, PWM, ISO en KWP2000 werken.
De OBD II – apparaat kan algemene en fabrikantspecifieke diagnose- foutcodes (DTC'S) van de
motorbesturing lezen en wissen.
Bij voertuigen vanaf het bouwjaar 2002 die met mode 9 ondersteund worden, wordt de VIN
(voertuig- identificatienummer) uitgelezen.
Met de OBD II kan de status van het fout- waarschuwingslampje (MIL) gewist worden.
Bovendien kan de emissie- weergavenstatus bewaakt worden.
De OBD II heeft geen extra stroomverzorging nodig. De voeding en de dataoverdracht gebeurt
via de OBD II kabel in verbinding met de bordcomputer van het voertuig.
8.1 Foutcodes met het OBD II- apparaat uitlezen
Belangrijke aanwijzing!
Schakel het voertuig uit voordat u begint met een foutdiagnose. Het OBD II- apparaat mag niet
aangesloten worden wanneer de motor nog loopt of de ontsteking ingeschakeld is!
8