PW 811 / PW 814 / PW 818
Aanwijzingen voor installatie en planning
Doseerpompaansluitingen
Er kunnen maximaal 12 doseerpompen op de automaat worden aan-
gesloten.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri-
kant.
Doseerpompaansluitingen aan de achterkant van de automaat
De aansluitingen 1 en 2 zijn voor de dosering van pastavormige mid-
delen. De tuitjes zijn dicht en moeten voor de aansluiting worden
opengeboord (8 mm-boor).
Let op! Doorboor alleen het eerste wandje (I). Slechts 10 mm achter
dit wandje bevindt zich nog een wandje (II) dat niet mag worden
beschadigd.
De aansluitingen 3 tot 12 zijn voor vloeibare wasmiddelen. De tuitjes
zijn afgesloten en moeten voor de aansluiting met een zaagje tot de
juiste slangdiameter worden afgezaagd.
Als u geopende tuitjes niet meer gebruikt, moet u deze met geschikt
afdichtmateriaal (bijvoorbeeld siliconen) afsluiten.
De aansluitklemmen voor vier tijdgestuurde doseerpompen die zon-
der multifunctionele module kunnen worden gebruikt, bevinden zich
achter de afdekking naast de elektrische aansluiting.
Bij automaten met een optionele multifunctionele module gebeurt de
kalibratie van de doseerpompen en de regeling van de te doseren
hoeveelheden automatisch.
17