Aanwijzingen voor installatie en planning
Koudwateraan-
sluiting
14
Wateraansluiting
De automaat voldoet aan de geldende normen voor de bescherming
van het drinkwater en mag daarom zonder terugslagklep op de wa-
terleiding worden aangesloten.
De waterdruk moet minimaal 1 bar zijn en mag niet hoger zijn dan
10 bar. Is de druk hoger dan 10 bar, dan moet er een drukreduceer-
ventiel in de waterleiding worden ingebouwd.
Voor de wateraansluiting moeten de bijgeleverde toevoerslangen wor-
den gebruikt. Als accessoire zijn er verlengslangen. Deze zijn verkrijg-
baar bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
De aansluitpunten staan onder druk van de waterleiding.
Controleer of de aansluitingen lekken. Draai hiervoor de kranen
langzaam open.
Corrigeer zo nodig de positie van de dichting en de schroefkoppe-
ling.
Gebruik voor de koudwateraansluiting de bijgeleverde toevoerslang
(koud - blauwe strepen). Voor de koudwateraansluiting (respectievelijk
1 of 2) is steeds 1 kraan met ¾"-buitenschroefdraad vereist. Ont-
breekt deze, dan mag het apparaat alleen door een erkend installa-
teur op de drinkwaterleiding worden aangesloten.
De toevoerslang voor koud water (blauwe strepen) is niet geschikt
voor aansluiting op warm water.
Bij een ontbrekende warm- of hardwateraansluiting neemt de koud-
waterhoeveelheid met de betreffende waterhoeveelheden toe.
Een Y-stuk voor de aansluiting van twee toevoerslangen op een gezamenlijke koudwater-
voorziening is bijgeleverd.
PW 811 / PW 814 / PW 818