10. Reiniging
Voordat u het apparaat reinigt, dient u het uit te schakelen en te
ontkoppelen van het meetvoorwerp.
Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen
van onderdelen, behalve als dit met de hand mogelijk
is, kunnen onder spanning staande delen bereikbaar
worden.
Koppel alle aangesloten componenten los van het
apparaat en schakel het apparaat uit voordat u het
reinigt of onderhoudt.
• Maak het apparaat niet schoon met schuurmiddelen, chemica-
liën of agressieve reinigingsmiddelen zoals benzine, alcohol,
etc. Deze middelen kunnen het oppervlak van het product be-
schadigen. De dampen zijn bovendien schadelijk en explosief.
Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap zoals
schroevendraaiers of staalborstels e.d.
• Voor de reiniging van het apparaat en de meetkabels maakt u
gebruik van een schoon, pluisvrij, antistatisch en ietwat vochtig
reinigingsdoekje.
28