Inhoudsopgave
Advertenties
6. Functiebeschrijving
6.1 Starten
Na aanzetten met de hoofdschakelaar (7.3)
schakelt zich de koeldroger (6) in en koelt de
warmtewisselaar (5) af tot op zijn
werktemperatuur. (Ondertussen lopen alle drie
ventilatoren (8)). Na ongeveer drie minuten
heeft de warmtewisselaar in de koeldroger zijn
werktemperatuur bereikt (indicatie op de
koeldroger 3 °C drukdauwpunt). Daarna
schakelt zich de eerste compressor (3) in om
de druktank (1) te vullen.
Het mechanische startventiel is op dit moment
nog gesloten en de bypass is geopend,
waardoor de lucht van het ventiel naar de
druktank (1) stroomt. Op basis van het
compressorslagvolume en de ingestelde
grootte van de bypass bouwt zich een
tegendruk op, die oploop tot 6 bar. Door de
tegendruk stroomt de lucht door de
koeldroger en de cycloonafscheider (2). Dat
zorgt voor een hoge luchtdroging.
6.2 Normaal bedrijf
Hoofdbedrijf = sleutelschakelaar (7.2) op 0
Een druksensor bewaakt de tankdruk en
schakelt na het bereiken van 4 bar de tweede
compressor in en met een vertraging van drie
seconden de derde compressor (3).
Bij 7 bar schakelt de derde compressor uit, bij
7,5 bar de tweede en bij 8 bar de eerste,
zodoende wordt de 500 l druktank (1) gevuld
door de compressoren. De ventilatoren (8)
lopen nog ongeveer twee minuten uit.
Als uit de druktank samengeperste lucht
afgenomen wordt, daalt de systeemdruk. Bij 7
bar schakelt de eerste compressor weer in,
als de systeemdruk verder daalt, schakelt bij
6,5 bar de tweede en bij 6 bar de derde
compressor in. (In nevenbedrijf,
sleutelschakelaar 7.2 op l, bij 6 / 5,5 en 5 bar).
Als er meer lucht afgenomen wordt dan de
compressoren transporteren, zakt de
systeemdruk verder af en onder 1 bar schakelt
hij de installatie op startbedrijf om.
Tijdens de werking van de compressoren
wordt de hierbij verkregen vochtigheid door
de elektronische cycloonafscheider (2) en in
de tweede trap door de koeldroger (6)
afgescheiden en in het riool geleid. Dat
proces gebeurt automatisch door het
magneetventiel van de cycloonafscheider en
door de interne besturing van de koeldroger
elektronica, afhankelijk van het desbetreffende
niveau.
Door een grondlastwisselbesturing worden de
compressoren in een roterend systeem
gewisseld. De wisseling vindt elke 8 uur plaats
(zolang de spanning aanligt). Vanwege de
schakelklok die in de PLC geïntegreerd is,
mag de 400 V spanningsvoorziening niet
worden onderbroken (bijv. door het
uischakelen van het stroomnet gedurende de
nacht)
Ingeval er toch een stroomonderbreking
ontstaat, mag een nodige wisseling eventueel
niet worden uitgevoerd, wat tot een
ongelijkmatigere verdeling leidt!
De compressoren lopen altijd drukvrij aan, na
ongeveer 5 seconden wordt de
ontlastingsklep (4) gesloten en de compressor
transporteert tegen druk.
De systeemdruk wordt zowel aangegeven op
de manometer (9) alsook op de PLC display
(7.1).
Nevenbedrijf = sleutelschakelaar (7.2) op I
Door het omschakelen van de
sleutelschakelaar op stand I, verandert het
regelgebied en de uitschakeldruk van 8 naar 7
bar.
De compressoren schakelen automatisch uit
bij 6 / 6,5 / en 7 bar.
6.3 Noodbedrijf
Sleutelschakelaar (7.2) op ll
Door het omschakelen van de
sleutelschakelaar op stand II werkt de
installatie in noodbedrijf. Deze modus mag
slechts kortstondig en slechts onder toezicht
ingeschakeld worden, om een
noodvoorziening bij een eventueel defect aan
de installatie te handhaven.
In deze modus schakelt één compressor (3) in
continubedrijf. Daardoor bestaat de zekerheid,
dat er bij een eventuele uitval van de PLC- of
van de komplete besturing toch bij noodbedrijf
perslucht ter beschikking staat. De
systeemdruk stijgt in noodbedrijf tot 10 bar en
wordt door het openen van het
veiligheidsventiel beperkt tot max. 10 bar.
Hard afblaasgeluid
9
Advertenties
Inhoudsopgave
