4
Besturingsfuncties
De console met kinbesturing laat toe dat u alle rijonderdelen kan bedienen, alsook de motoren
om uw lichaamshouding aan te passen. Om uw eigen veiligheid te garanderen, en om te
voorkomen dat de rolstoel beschadigd raakt, worden alle bewegingen bewaakt door de
elektronica. Dit kan leiden tot een bewegingsvergrendeling, afname in snelheid of volledige
stilstand.
4.1
In-/Uitschakelen
Zet de joystick in neutrale (centrale) positie vooraleer de AAN/UIT-knop te drukken.
Als de besturing wordt aangezet met de joystick uit neutrale positie, zal de rolstoel niet
rijden. Laat de joystick los (laat terugkeren naar neutrale positie) binnen 5 seconden om te
kunnen rijden. Als de joystick niet binnen 5 seconden wordt losgelaten, verandert de fout
in een modulefout die wordt aangeduid met een rood knipperende LED op de AAN/UIT-
knop. De rolstoel zal niet rijden. Om de modulefout op te lossen, laat u de joystick los en
schakelt u de besturing UIT en weer AAN.
• Om de besturing AAN te zetten: druk één keer op de groene AAN/UIT-knop (1) op de
kinbesturing, of gebruik de AAN/UIT knop op het scherm (2) of de kinbesturing (3).
Het startscherm wordt enkele seconden weergegeven, waarna het bedieningsscherm
verschijnt. De LED (statusindicator) van de AAN/UIT-knop licht op. Wanneer deze groen
wordt, is de besturing klaar voor gebruik. Wanneer de LED in het rood knippert, is er een
storing, zie 4.2 en hoofdstuk 5.
• Om de besturing UIT te zetten: druk één keer op de AAN/UIT-knop van de kinbesturing (1 of
2), of gebruik de AAN/UIT-knop op het scherm (3).
Het systeem wordt uitgeschakeld, en de statusindicator gaat uit.
Figuur 3
In-/Uitschakelen
4.1.1 Noodstop
Indien de rolstoel snel moet stoppen, of een zitbeweging moet stoppen, kan U de AAN/UIT knop
indrukken om een NOODSTOP uit te voeren. De rolstoel komt tot een snelle stilstand.
3
7
1
SE04, SE104
2021-11
Besturingsfuncties
NL
2