9.4 Overstapvoorziening (montagevoorbeeld)
De overstapvoorziening H-50 wordt in de regel als
overstapbeveiliging aan het bovenste uiteinde / het
begin van het klimpad aan gebouwen gebruikt.
Volgens DIN 18799-1 en EN ISO 14122-4 moet de
valbeveiligingsrail ten minste 1100 mm over de
bovenkant van het gebouw uitstekend uitgevoerd
worden.
De overstapinrichting H-50 is zwenkbaar.
Bij het sluiten van de overstapinrichting moet de
deur in de eindpositie vergrendelen.
Montage van de eindaanslagen:
Telkenmale één eindaanslag [X] wordt steeds aan
het begin of einde van de valbeveiligingsrail aan
de zwenkeenheid ingezet. De eindaanslag wordt
tussen de beide bovenste of onderste sporten van
de klimladder gemonteerd.
Positionering van de railversterking [Y] in acht
nemen.
27