Inhoudsopgave
Advertenties
Instructies bij bevestiging aan het bouwwerk:
• De verankeringsplekken en hun verbindingen
(houders, bevestigingsmiddelen) moeten in staat
zijn de lasten op te nemen.
• Bij de dimensionering van de ladderhouders en
de verankeringspunten moet verzekerd worden
dat een dynamische last van 6 kN en een
statische last van 15 kN door het totale systeem
opgenomen kunnen worden.
• De verankeringspunten mogen een verticale
afstand van 2000 mm niet overschrijden.
Praktisch gezien = 1960 mm bij een sportenras-
ter van 280 mm (zie afbeelding C)
• De verankeringspunten moet steeds per tweeën,
telkenmale rechts en links op de ladder op één
niveau aangebracht zijn.
• De ondergrond aan het bouwwerk voor de
verankeringspunten moet voldoende bemeten en
geschikt zijn voor de bovenvermelde lasten.
• Geschikte ondergronden zijn:
Staalconstructies met schroefdraadbussen
(min. M 12) of doorlopende schroefverbindingen,
ankerdeuvelbevestigingen aan betonnen bouw-
werken met een betonkwaliteit van min. C 30/37,
waarbij uitsluitend door het bouwtoezicht
toegelaten ankerdeuvels gebruikt mogen worden
(zie afbeelding D).
• Metselwerk is niet geschikt als ondergrond
voor een bevestiging met ankerdeuvels. In deze
gevallen is een doorlopende verankering met
tegenplaat doorheen het metselwerk denkbaar.
Dit moet evenwel dwingend met een bouwingeni-
eursbureau gepland en aangetoond worden.
C)
D)
Klimladdermontage aan
schroefdraadbus M12/M16
Ankerdeuvelbevestiging
in beton (min. C30/37)
13
Advertenties
Inhoudsopgave
