Handleiding
6.2.2 Automaatbedrijf
In de stand "AUTO" van de bedrijfskeuzeschakelaar zal het aggregaat automatisch opstarten
wanneer klemmen X10: 11 en 14 (zie elektrotechnische schema's) met elkaar worden
verbonden.
Stel met de 10-slags potentiometer P1 in de besturingskast het maximaal te leveren
vermogen in. Stand 10 is maximaal. De instelling is nagenoeg lineair, dus bij een instelling
van 5 zal het te leveren vermogen ca 50% van het maximum zijn.
Zet de bedrijfskeuzeschakelaar in de stand "AUTO".
Het display licht op en het hoofdmenu wordt getoond.
Selecteer in het display het instellingenmenu.
Controleer de stand van de schakelaar EILAND/PARALLEL. Deze moet op PARALLEL staan.
Controleer de stand van de schakelaar NET/GENERATOR. Deze moet op NET staan.
Selecteer in het display het hoofdmenu.
Het aggregaat staat nu stand-by. Indien d.m.v. een extern contact de klemmen X10: 11/14
worden verbonden zal het aggregaat automatisch opstarten, het aggregaat zal synchroniseren
met het net, de generatorschakelaar wordt ingeschakeld en het met potmeter P1 ingestelde
vermogen wordt geleidelijk aan het net geleverd. De "ramptijd" kan ingesteld worden met
potentiometer in de besturingskast.
Als de motor bij een eerste poging niet aanslaat wordt automatisch een volgende poging gedaan
en eventueel nog een. In totaal worden drie startpogingen gedaan voordat de machine op storing
gaat.
Wordt het externe contact verbroken, dan wordt het door het aggregaat geleverde vermogen
geleidelijk afgebouwd en de generatorschakelaar zal afschakelen. Tenslotte zal de motor stoppen
na afloop van de nadraaitijd.
Bredenoord Aggregaten
©
31